Het zetten van een kop thee of koffie is een handeling waarbij je wel degelijk ook met scheikunde te maken hebt. Hierbij maak je namelijk – in de meeste gevallen – gebruik van de scheidingsmethoden extraheren (verschil in oplosbaarheid) en filtreren (verschil in deeltjesgrootte). Maar waarom lost thee nou sneller op in warm water dan in koud water?
Alle dingen om ons heen zijn opgebouwd uit moleculen. Dat zijn hele kleine, onzichtbare deeltjes. Deze moleculen kunnen bewegen. En hoe warmer het is, hoe harder ze dat doen!
Watermoleculen bewegen dus meer in heet water, dan in koud water. Hierdoor kunnen ze de moleculen van de geur- en smaakstoffen op de theeblaadjes sneller losmaken. Ook de blaadjes zelf worden sneller week en toegankelijk, waardoor ook de geur- en smaakstoffen in de blaadjes sneller vrijkomen. Bovendien komen de frisse, fijne smaak en geur in heet water veel sneller vrij dan in koud water.
Het bittere deel van de thee lost langzamer op. Thee trekken (extraheren) met koud water kan wel, maar duurt veel te lang. En de thee zal dan bitter smaken. Bah!