Naar aanleiding van het verhaal in de verrijkingsklassen over het demiwater, kwamen er ook vragen van de leerlingen over kalk. Wat is het? Waarom is het goed voor ons lichaam, maar slecht voor de wasmachine of douchekop?
Calcium
Kalk wordt ook wel calcium genoemd. Calcium is een mineraal dat nodig is voor de opbouw en het onderhoud van de botten en het gebit. Calcium helpt tegen botontkalking op latere leeftijd en is nodig voor een goede werking van de zenuwen en spieren, de bloedstolling en het transport van andere mineralen in het lichaam.
Calcium zit in melk, melkproducten, kaas, groente, noten en peulvruchten. Als je helemaal geen zuivelproducten eet of drinkt is de kans op te weinig calcium groot. De kans op een verstoorde botontwikkeling op jonge leeftijd, en op botontkalking na verloop van tijd neemt dan toe. Vitamine D stimuleert de opname van calcium in het lichaam.
Door alcohol, cafeïne in koffie, thee en cola en zout verliest het lichaam wat meer calcium via de urine. Ook voedingsvezel, spinazie en rabarber verminderen de opname van calcium in het lichaam. Deze groenten bevatten namelijk oxaalzuur wat met calcium een onoplosbare verbinding vormt in de darmen. Zolang je voeding voldoende calcium levert en je gevarieerd eet, hoeft dat echter geen probleem op te leveren voor de calciumbalans in het lichaam en de botstofwisseling.
Kalkaanslag
Kalkaanslag, kalk, kalksteen of ketelsteen. Andere namen voor dezelfde substantie, namelijk calciumcarbonaat (CaCO3). Kalk ontstaat vooral tijdens het verhitten van hard water. De hardheid van water drukken we uit in dH (Duitse graden) en is indicatief voor de opgeloste hoeveelheid calcium- en magnesiumionen. Deze ionen zorgen ervoor dat er kalkaanslag wordt gevormd.
In hard water zit namelijk veel potentiële kalkaanslag in de vorm van het redelijk oplosbare calciumbicarbonaat: Ca(HCO3)2. Hierdoor zijn er veel calcium- (Ca2+) en waterstofcarbonaationen (HCO3–) aanwezig. Bij het verwarmen van dit harde water ontwijkt het gas koolstofdioxide en ontstaat er vaste kalkaanslag, volgens onderstaande reactievergelijking:
Ca2+ (aq) + 2 HCO3– (aq) -> CaCO3 (s) + H2O (l) + CO2 (aq)