De eerste weken van een nieuw schooljaar staan in het teken van kennismaken met nieuwe collega’s en nieuwe (mentor)leerlingen. Afgelopen week zijn mijn mentorleerlingen te weten gekomen dat ik kleurenblind ben. Maar wat is dat nu eigenlijk?
Iemand die kleurenblind is, ziet meestal nog wel kleuren maar niet alle kleuren even goed. Ik kleurde als kleuter mijn bomen steeds verkeerd in: groene stammen en bruine bladeren. Ik verwissel af en toe groen met bruin en blauw met paars. Kleurenblindheid (ook wel daltonisme genoemd) is dus eigenlijk een verkeerde benaming, vaak wordt de term kleurenzienstoornis gebruikt. Kleurenblindheid komt vaak voor: acht procent van alle mannen in Nederland hebben een vorm van kleurenblindheid, bij vrouwen is dat veel minder: 0,5%. Kleurenblindheid is geslachtsgebonden erfelijk, dit betekent dat kinderen het van hun opa kunnen erven via hun moeder. Kleurenblindheid kan niet genezen.
Oorzaak kleurenblindheid
Bij kleurenblindheid is er meestal een probleem met de kegeltjes in het netvlies. Kegeltjes zijn lichtgevoelige cellen, waarvan we er ongeveer 6 miljoen hebben. Naast kegeltjes bevat het netvlies ook zo’n 120 miljoen staafjes. Met de staafjes zien we verschillen in licht en donker. Als het donker is, werken alleen onze staafjes. Met de kegeltjes zien we kleuren en kunnen we details zien van dingen recht voor ons. Er zijn drie soorten kegeltjes die elk gevoelig zijn voor een bepaalde kleur: rood, groen of blauw. De kegeltjes werken met elkaar samen, waardoor bijna iedereen alle kleuren kan zien. Werkt een bepaald soort kegeltje niet goed, dan gaat het mis in de samenwerking en ontstaat er een kleurenzienstoornis.
Leven met kleurenblindheid
Kleurenblind zijn is lastig, ongeacht de vorm die je hebt. Niet alleen om de juiste kledingcombinaties aan te trekken, maar ook op andere vlakken. Soms kan het zelfs gevaarlijke situaties opleveren, zo zijn bepaalde verkeersborden moeilijk om te lezen voor sommige kleurenblinden. En licht een waarschuwingslampje nou rood op of groen? Vaak zijn er wel oplossingen te vinden die het leven met kleurenblindheid makkelijker maken. Kleding kan gelabeld worden om te voorkomen dat je een vloekende combinatie aantrekt. En er zijn apps beschikbaar die kleuren benoemen.
Kleurenblindheid testen
Er zijn veel verschillende testen voor kleurenblindheid. Tal van beroepen zoals elektricien, scherpschutter, treindienstleider- of bestuurder, piloot of politieagent eisen dat je voor deze test slaagt voordat je dat beroep mag uitoefenen. In sommige landen is slagen zelfs verplicht om een rijbewijs te verkrijgen. Een test die veel wordt gebruikt is de Ishihara-test. Deze test bestaat uit een set kaarten met gekleurde stippen, waarop in een afwijkende kleur cijfers staan (zie afbeelding). Niet-kleurenblinden kunnen deze cijfers zien. Een kleurenblinde ziet dit bij bepaalde kaarten niet, afhankelijk van het soort kleurenblindheid dat die persoon heeft. Er zijn verschillende kleurenblindheidstests op internet te vinden. Ook opticienketen Hans Anders heeft een oogtest waarmee kleurenblindheid wordt gecheckt. Maar wil je zeker weten of je kleurenblind bent, ga dan naar de oogarts.
(Bron afbeelding: Wikipedia.nl)
Soms werd iemand die kleurenblind is net gebruikt om bijvoorbeeld de camouflage te ontdekken bij een tegenpartij in de oorlog. Zij zien vaker meer kleurverschil in kleuren die voor niet- kleurenblinden zo goed als het zelfde zijn.
LikeLike