Technologieën kunnen berichten en e-mails bewaren, zelfs nadat ze door de gebruiker zijn verwijderd, zoals een actuele rechtszaak en politieke zaak ons herinnert.
Google en WhatsApp hebben aan het Hooggerechtshof bevestigd dat ze de gegevens van procureur-generaal Álvaro García Ortiz zullen bewaren. De openbare aanklager wordt onderzocht omdat hij geheimen zou hebben onthuld door informatie te lekken over een deal die was aangeboden door de advocaat van Alberto González Amador, de partner van Isabel Díaz Ayuso, om gevangenisstraf te ontlopen voor twee belastingmisdrijven.
Waarom het belangrijk is. De zaak brengt een niet zo bekende technologische realiteit aan het licht: het verwijderen van berichten of e-mails van onze apparaten betekent niet dat ze volledig verdwijnen van de servers van technologiebedrijven, die kunnen worden gedwongen om ze terug te halen via gerechtelijke bevelen.
Achter de schermen. Berichtenapps en e-maildiensten houden back-ups en logbestanden bij die lokale verwijdering overleven. WhatsApp maakt twee soorten kopieën: één op het apparaat zelf en één in virtuele opslag die wordt beheerd door Google. Hierdoor ontstaat een persistent datanetwerk dat moeilijk volledig te verwijderen is.
Het grote plaatje. Deze zaak illustreert de complexiteit van de opslagarchitecturen die door de grote techbedrijven worden gebruikt, zowel technisch als juridisch:
- Gegevens worden gefragmenteerd en gedupliceerd op verschillende servers, die zich op hun beurt in verschillende jurisdicties bevinden.
- Back-ups worden automatisch en op de achtergrond gemaakt, vaak zonder dat de gebruiker daar expliciet van op de hoogte is.
- Voor het volledig wissen van gegevens zijn concrete acties nodig die verder gaan dan het eenvoudig wissen van het apparaat.
- Forensische toegang tot lokale kopieën met behulp van gespecialiseerde software.
- Opvragen van metadata records (wie stuurde wat naar wie en wanneer).
- Herstel van cloudback-ups die zelfs na lokale verwijdering kunnen blijven bestaan.
- Analyse van serverlogs die communicatieactiviteiten registreren.
Autoriteiten zijn op zoek naar zeer specifieke gegevens die technologieën bewaren ondanks lokale verwijdering door de gebruiker. Inhoud van berichten, uitgewisselde mediabestanden, metadata van communicatie en logboeken van activiteiten en verbindingen.
De grote vraag. Deze zaak illustreert een realiteit waar veel gebruikers zich niet bewust van zijn: het verwijderen van berichten op onze apparaten garandeert niet dat ze voorgoed verdwijnen.
Voor gewone burgers betekent dit dat we opnieuw moeten nadenken over wat we onder digitale privacy verstaan; voor professionals in gevoelige posities betekent het dat we ervan uitgaan dat alle elektronische communicatie in een toekomstig gerechtelijk proces kan worden teruggehaald, ongeacht of het is gewist of niet. Zullen onze communicatiegewoonten veranderen als we ervan uitgaan dat wat “gewist” is, misschien niet echt is gewist?