De mythe van de chagrijnige oude man: leeftijd maakt ons niet prikkelbaarder, integendeel.

De lichamelijke gevolgen van het ouder worden zijn vaak duidelijk en misschien zijn ze daarom zo bekend. Tijdens de latere fasen van ons leven verliezen we kracht en flexibiliteit, worden we vermoeider en rimpelt onze huid. Maar behalve dat we vergeetachtig worden, verandert er ook iets in onze hersenen. Niet alleen in de capaciteiten, maar ook in wat ons karakter en onze persoonlijkheid beïnvloedt.

Want de veranderingen die we op psychologisch niveau ervaren bij het ouder worden, gaan verder dan de dementie die we met deze periode associëren. De veranderingen zijn gevarieerd en omvatten zowel positieve als negatieve aspecten.

De vraag wat deze eigenschappen zijn, is nogal complex. Verschillende mensen worden op verschillende manieren ouder, dus sommige onderzoeken over dit onderwerp kunnen tegenstrijdig zijn. “De exacte verandering in de eigenschappen van een individu is onvoorspelbaar,” legt psycholoog René Mõttus van de Universiteit van Edinburgh uit in een artikel in Psychology Today.

Een van de persoonlijkheden die we associëren met ouderdom is die van de chagrijnige oude man. Het idee dat we geïrriteerder en geslotener worden naarmate we ouder worden is vrij wijdverbreid, maar het wetenschappelijke bewijs is zeer beperkt. Het is waar dat ouderdom kan leiden tot een zekere mate van sociaal isolement en dat dit kan leiden tot psychologische stress, die op zijn beurt een last kan zijn voor onze fysieke en mentale gezondheid, zoals een studie uit 2014 in het tijdschrift Annual Review of Psychology aangeeft, maar de mythe van de chagrijnige oude man zou wel eens precies dat kunnen zijn: een mythe.

Want uit veel onderzoeken blijkt dat de trend de andere kant op gaat, namelijk dat we gemiddeld vriendelijker worden naarmate we ouder worden.

Zoals Mõttus uitlegt, is het idee dat mensen vriendelijker, coöperatiever, georganiseerder en verantwoordelijker worden over het algemeen nauwkeuriger: “zulke veranderingen in persoonlijkheid komen iets vaker voor bij mensen dan de tegenovergestelde veranderingen”.

Een van de belangrijkste fenomenen in de ontwikkeling van onze persoonlijkheid naarmate we ouder worden is dat van de zogenaamde persoonlijkheidsrijping. Rijping is geen fenomeen dat alleen in de jeugd voorkomt, maar gaat door tot op hoge leeftijd.

Naarmate we ouder worden, neemt de last van verantwoordelijkheden toe. We hebben bijvoorbeeld niet langer veel verzorgers (niet alleen in de familiesfeer, maar ook in de sociale sfeer), maar we zijn steeds meer op onszelf aangewezen. En niet alleen het aantal mensen dat voor ons kan zorgen neemt af, ook het aantal mensen voor wie we moeten zorgen, zoals onze partner of onze kinderen, neigt toe te nemen. Dit kan betekenen dat we verantwoordelijker worden naarmate we ouder worden.

Zoals we al eerder aangaven, zijn de veranderingen divers en niet allemaal positief. Aan de ene kant omdat er veel diversiteit is in de veranderingen, aan de andere kant omdat er eigenschappen zijn die lijken te neigen naar een evolutie die we zouden kunnen classificeren als “negatief”.

In een onderzoek dat door Mõttus zelf werd uitgevoerd en in 2011 werd gepubliceerd in het tijdschrift Psychology and Aging , werden verschillende resultaten waargenomen bij het bestuderen van verschillende leeftijdscohorten en werd vastgesteld dat de geanalyseerde groep van tachtigjarigen evolueerde naar minder extraversie, hartelijkheid en bewustzijn, iets dat niet voorkwam bij de geanalyseerde zestigjarigen (het andere cohort dat in het onderzoek werd opgenomen).

100 jaar leven

Het bestuderen van veranderingen in persoonlijkheid naarmate we ouder worden is geen gemakkelijke taak. De wereld waarin verschillende generaties mensen leven verandert zo veel dat het vergelijken van de ene generatie met de andere ons niet veel informatie geeft.

Om erachter te komen hoe dit verandert, moeten we dezelfde groep mensen (of zeer vergelijkbare groepen) door de jaren heen bestuderen. Dit is niet eenvoudig, omdat cohortstudies nodig zijn die zich over jaren of decennia uitstrekken.

Het is ook ingewikkeld om te weten of deze veranderingen grenzen hebben. Cohortstudies verliezen natuurlijk deelnemers in de loop van de tijd, en dus steekproeven. Daarom moeten sommige analyses worden beperkt tot het vergelijken van mensen over generaties heen, zoals een onderzoek dat in Japan werd uitgevoerd en in 2006 werd gepubliceerd in het tijdschrift Age (Dordrecht, Nederland).

Dit herinnert ons aan een van de problemen die geassocieerd kunnen worden met dergelijke studies: survivor bias. Op jonge leeftijd is onze persoonlijkheid gecorreleerd met het risico om te sterven, omdat onze persoonlijkheid gekenmerkt kan zijn door een zekere risicobereidheid, wat op zijn beurt de kans vergroot dat we bijvoorbeeld bij een verkeersongeluk om het leven komen.

Hetzelfde geldt voor andere leeftijden. Een persoonlijkheid die vatbaarder is voor verslavingen kan ook leiden tot een vroegtijdige dood. De vraag is of dit ons hele leven blijft gebeuren. Het antwoord zou wel eens ja kunnen zijn, wat zou impliceren dat studies die naar zulke veranderingen kijken rekening moeten houden met deze mogelijke vertekening wanneer ze mensen van verschillende leeftijden vergelijken, zelfs wanneer ze met zichzelf vergeleken worden.

Meneer faes 😁